Serc

Huis van Honselersdijk

De laatste resten van het voormalige paleis

In 1975 werden de laatste resten van het voormalige paleis Honselersdijk gerestaureerd. Deze resten bestaan uit een gedeelte van voormalige bijgebouwen van het paleis en worden Nederhof genoemd. De gebouwen hebben daarna een woonfunctie gekregen. De gerestareerde panden staan aan de Hofstraat te Honselersdijk, tot 2004 gemeente Naaldwijk, thans gemeente Westland.
Prins Frederik Hendrik, de zoon van Willem van Oranje en diens vierde echtgenote Louise de Coligny wenste zich een representatief paleis, dat zijn gelijke in Europa moest kunnen evenaren en vooral moest dienen om hier ontvangsten te houden. Vooralsnog bleef Frederik Hendrik met zijn gezin wonen op het Oude Hof aan het Noordeinde in Den Haag. De prins was gehuwd met Amalia van Solms. Het paar had een groot gezin. Honselersdijk was nog lang niet gereed, maar al in 1630 voelde prins Frederik Hendrik behoefte om ook voor zijn gezin een nieuw huis te betrekken. Daartoe bouwde hij in Rijswijk het Huis ter Nieuburch.

Prins Frederik Hendrik

De bouw van Honselersdijk schoot niet erg op. Twintig jaar na het begin van de bouwwerkzaamheden was het grootste deel pas gereed. Het paleis werd gebouwd als een slot met drie woonvleugels, die een binnenplaats omsloten. De binnenplaats werd aan de vierde zijde afgesloten door een vleugel met een poortgebouw. Het slot was niet op verdediging gericht, maar gebouwd als een lustslot, een paleis. Er stonden geen torens op de vier hoeken, maar uitgebouwde paviljoens. Wel werd het geheel omsloten door een gracht.

Decoraties

Aan de decoraties van de inrichting van het lustslot hebben vele bekende kunstenaars, zoals Rembrandt, van Honthorst en Jordaens meegewerkt. Ook verschillende bouwmeesters als Jacob van Campen hebben meegewerkt om Honselersdijk te bouwen. Rond 1640 was Pieter Post hier werkzaam. Rondom het paleis Honselersdijk werd een grote tuin aangelegd in Franse stijl, wat in die dagen gebruikelijk was. Tuin en paleis werden omzoomd door een omwalling. Aan de voorzijde werd het geheel afgesloten door een muur, waarin een eenvoudige toegangspoort was aangebracht.
Terzijde van het paleis bevonden zich moestuinen en de dienstgebouwen. Van die dienstgebouwen is nu nog slechts een gerestaureerd gedeelte over.
Prins Frederik Hendrik overleed in 1647, maar zelfs toen was het paleis Honselersdijk nog niet geheel voltooid. De Oranjes gebruikten Honselersdijk voornamelijk na de dood van Frederik Hendrik als jachtslot en als kunstgalerij en er werden gasten van de familie ondergebracht.

Huis te Naeltdwijck

Honselersdijk werd al genoemd in de dertiende eeuw. Het was bekend onder verschillende namen, maar werd ook wel het Huis te Naeltdwijck genoemd. Het was een vierkant gebouw met twee achtkantige torens, gedekt door een zadeldak. Kort voor prins Frederik Hendrik hier zijn nieuwe paleis Honselersdijk begon te bouwen,. werd het oude gebouw afgebroken, met uitzondering van twee torens. Deze werden in het nieuwe paleis opgenomen. Overigens schijnt prins Maurits, de oudere broer van prins Frederik Hendrik, nog van dit oude slot gebruik te hebben gemaakt.

Willem III en Maria Stuart

Omstreeks 1680 werd paleis Honselersdijk geschikt genmaakt voor bewoning door stadhouder Willem III en Maria Stuart. Na de dood van de stadhouder kwam ook Honselersdijk in Pruisische handen, die het huis lieten bewonen door anderen. In 1754 echter deed Frederik de Grote afstand van zijn Nederlandse bezittingen ten gunste van Willem V, maar wel tegen een ruime vergoeding.

Latere jaren

Honselersdijk in 1780

In de jaren daarna werd het paleis nog gebruikt als staatsgevangenis, als militair hospitaal en als militaire school, maar kort na de overdracht aan koning Willem I werd Honselersdijk, behalve wat dienstgebouwen, in 1815 afgebroken.
Dank zij de restauratie door de toenmalige gemeente Naaldwijk in 1975 zijn er nu nog wat simpele resten over van wat eens een schitterend paleis moet zijn geweest. Naaldwijk maakt nu deel uit van de gemeente Westland.

Literatuur

  • E.M.Ch.M. Janson, Kastelen in en om Den Haag,Den Haag, 1971.
  • J.G. Kikkert, Vorstelijke verblijven, alle paleizen in Nederland en hun bewoners, Bussum, 1983.
  • Jo Stöver e.a. (red.) Kastelen en buitenplaatsen in Zuid-Holland, Zutphen, 2000.