Serc

Naaldwijk

Een korte geschiedschrijving van Naaldwijk

Naaldwijk is bevoorrecht met haar vruchtbare land. Door hun inzet en vernuft hebben de Naaldwijkers een prominente plaats weten te verwerven op de wereldmarkt voor tuinbouwproducten. Deze profijtelijke situatie is niet vanzelf ontstaan. Al eeuwen lang hebben generaties van hardwerkende en vernuftige Naaldwijkers bijgedragen aan de cultivatie van de omliggende kwelders, wadden, ruggen, standwallen, geesten, en gorsen. Dit verslag schetst waar de oudst bekende “stenen huizen” van Naaldwijk hebben gestaan. Deze “kastelen” stonden aan de noordelijke rand van de Naaldwijkse Geest, het tegenwoordige Woerdblok. We weten dit omdat de locaties van deze kasteelwerven op alle oude kaarten duidelijk zijn aangegeven.

Het ontstaan van Naaldwijk

Langs de noordelijke oever van de Maas, van de oude duinen bij Monster tot iets voorbij Naaldwijk, ontstond een zandrug, een zogenaamde haakwal. Volgens de Toelichting bij de Geologische Kaart moet deze haakwal zijn ontstaan na de 4e eeuw. Het was een kustmilieu dat onder sterke invloed stond van de zee (eb en vloed, springtij, stormvloeden). Langs de trechtervormige brede Maas-monding kwamen begroeide kwelders voor, die al voor de bewoning van de Romeinse Tijd aan de noordoostelijke kwelderrand overstoven werden. Het eolische zand was afkomstig uit het intergetijdemilieu van de monding (wadplaten) en werd door (dominante) zuidwestelijke wind over de kwelderrand afgezet (ontstaan van de Naaldwijkse Geest). De strandwal die zo ontstond zorgde ervoor dat de overspoelingsfrequentie in het kwelderachterland sterk afnam. De rug (strandwal) zelf was zo hoog geworden dat hij niet meer werd overspoeld. In dit stadium werd deze zandrug in gebruik genomen. De eerste Romeinse sloot werd gegraven toen de zandlaag ongeveer 30 cm dik was. Een stormvloed die een dunne kleilaag achterliet, veroorzaakte wellicht ook het dichtslibben van deze sloot. Hierna ging de overstuiving van de strandwal nog door.

Het aantal sporen op de geest nam in de Romeinse Tijd sterk toe, wat aangeeft dat stormvloeden geen grote bedreiging meer vormden en dat de jonge strandwal een geschikte woonplaats was geworden. In de 1e eeuw groef het Romeinse leger de Fossa Corbulonis, een verbinding tussen de Oude Rijn bij Leiden en de Gantel. De Gantel was vroeger een brede kreek die onderdeel was van een wijdvertakt stelsel van getijdekreken die bij Naaldwijk uitliepen in de monding van de Maas. Het is daarom waarschijnlijk dat bij Naaldwijk een Romeinse vlootbasis is geweest.

De eerste echte aanwijzingen dat er in vast op de Naaldwijkse Geest werd gewoond, dateren uit de late zesde en zevende eeuw. De herkomst van de bewoners uit die tijd is onduidelijk. Voor een deel zal de bevolking hebben bestaan uit het restant autochtonen dat na de Romeinse Tijd in het gebied van de Oude Duinen is blijven wonen. Het is echter aannemelijk dat de toename van de bevolking vanaf de late zesde eeuw voor een deel werd veroorzaakt door immigratie uit gebieden rondom de Noordzee.