Serc

Spaanse Vloot

De geschiedenis van De Spaansche Vloot In 's-Gravenzande, de enige stad in het Westland (Graaf Willem II verleende haar in 1246 stadsrechten), bevindt zich De Spaansche Vloot, oorspronkelijk een dorpsherberg uit het jaar 1540. Tegenwoordig is De Spaansche Vloot een veelzijdig horecabedrijf met een specialiteitenrestaurant en moderne partyfaciliteiten. Uit de oudere geschiedenis. Een zekere Aechte Bosboom opende in 1540 aan het Merckeveld in 's-Gravenzande een herberg die zij 'De Borsboom' noemde (in de volksmond ook 'Het Boompgen' genoemd). Het was een echte dorpsherberg met logement en gelagkamer, waar talrijke kooplieden, marskramers en hun paarden maaltijden en onderdak konden vinden. Toen Maarten Harpentsz. Tromp in 1639 bij Duins in de Baai van Dover een Spaanse vloot (armada) versloeg, was de toenmalige herbergier Gerrit Jansz. van Wijn zo trots op 'Ons Hollands Admirael', dat hij een fraai uithangbord met een afbeelding van de zeeslag aan de gevel ophing en de herberg omdoopte tot 'De Spaansche Vloot'. In 1690 brandde de herberg geheel af. De toenmalige eigenaar kocht het pand ernaast en en liet de herberg (in de huidige vorm) herbouwen. De volgende jaren waren magere jaren, en de herberg moest verschillende keren van eigenaar wisselen. In 1859 kwam kwam de herberg in het bezit van de familie Huisman, die haar weer tot grote bloei wist te brengen. Rond 1880 werd in De Spaansche Vloot de eerste westlandse veiling opgericht. De producten - bloembollen, groenten en asperges - werden op het biljart en de tafels van de gelagkamer aangeboden en aan de hoogste bieder verkocht.

De toeloop werd mettertijd zo groot dat Jan Huisman in 1903 een zaal liet aanbouwen, die hij aan de in 1889 opgerichte 'Veilingvereeniging Westland, afd. 's-Gravenzande' verhuurde. Tot 1914 werd in De Spaansche Vloot geveild. In dat jaar stichtte de vereniging in 's-Gravenzande een eigen veilinggebouw. Ook in andere dorpen werden veiling opgericht , die tegenwoordig door een aantal fusies in een reusachtige cooperatie zijn verenigd. Jan Huisman moet een vooruitziende blik hebben gehad. Andere verenigingen maakten eveneens gebruik van De Spaansche Vloot. Zo werd er bijvoorbeeld in 1890 'Floralia', een bloembollenvereniging gesticht. Ook de 's-Gravenzandse Boerenleenbank, zang- en muziekverenigingen en zelfs een geitenfokkerij vonden er hun oorsprong. De Spaansche Vloot was niet meer weg te denken uit het economische en culturele leven van 's-Gravenzande. Uit de jongere geschiedenis.

Tijdens de oorlog was de herberg van 1941 tot 1945 door de Duitsers gevorderd en diende als onderkomen voor officieren en manschappen. Na de oorlog keerde de familie Huisman terug naar de vernietigde en geheel verwaarloosde herberg, die zij met grote moeite kon houden. In 1955 werd Pieter J. Verhoeckx herbergier in De Spaansche Vloot. Onder zijn voortvarende leiding bloeide de herberg weer op tot een wijd en zijd befaamd horecabedrijf. Hij begon direct, de eens zo vermaarde aspergediners weer te serveren. Deze vieren in 'de vloot' ook tegenwoordig nog hoogtij in het aspergeseizoen, dat van eind april tot Sint Jan (24 juni) duurt. In 1990 - 450 jaar na de opening - werden Pieter Verhoeckx en zijn echtgenote tot 'Chevalier de Confrerie de l'Asperge Limbourgondie' geslagen. Dit genootschap heeft zich 'het behoud en de promotie van de hollandse witte asperges' ten doel gesteld, wat gepaard gaat met talrijke culinair hoogstaande activiteiten in De Spaansche Vloot. De jaarlijkse 'Aspergeade' bij de opening van het aspergeseizoen en het 'Grand Adieu des Asperges' ter afsluiting van het seizoen, zijn hier voorbeelden van. Op 14 mei van hetzelfde jaar werd bij Koninklijke Beschikking door Hare Majesteit Koningin Beatrix, aan De Spaansche Vloot het recht verleend het Koninklijk Wapen met de toevoeging 'Hofleverancier' te voeren. Een vorstelijk hoogtepunt in de rijke geschiedenis van de oude dorpsherberg.