Serc

Molen van Monster

Naam/AanduidingMolen van Monster
LiggingHaagweg
Kadaster 1811-1832Monster C (1) 304
Willem IJdo, koornmolenaar
Locatie RD X 72051 Y 449804
N 52.030362 O 4.178444
PlaatsMonster
GemeenteWestland
StreekWestland
ProvincieZuid-Holland
Bouwjaar1311 of eerder
Verdwenen1882 verbrand
TypeStanderdmolen
AandrijvingWindmolen
Categorieverdwenen
FunctieKorenmolen
Nicolaes en Jacob Kruikius (1712)

Waar nu molen De Vier Winden staat sinds 1882, stond hier reeds op dezelfde plaats een molen (type onbekend).

Op 17 september 1311 gaf de eigenaar van de molen, Diederic van de Wale, de molen met het windrecht te Voswijk aan zijn neef Jan I van Polanen in leen. De exploitatie van de korenmolen, met het daaraan verbonden windrecht, was voor Jan I van Polanen een grote inkomstenbron. Iedereen in het toen grote ambacht van Monster was namelijk verplicht zijn graan op deze molen te laten malen.

Toen de bezittingen van de Polanes in 1404 op de graven van Nassau waren overgegaan, waren zij het die de molen in achterleen uitgaven tegen bedragen die varieerden van 50 tot 100 pond per jaar.

Omstreeks 1600 had de graaf van Aremberg de molen in leen van prins Maurits. Daarna Mr. Johan van Hoof, advocaat bij de Grote Raad van Mechelen, met zijn zuster Jonkvrouwe Johanna van Hoof, die op 23 Mei 1620 de molen overdroegen aan Gerrit Janszoon. Prins Maurits ging akkoord met deze overdracht, waarna Gerrit Janszoon zich Gerrit Janszoon van Voswijk ging noemen.

In 1667 bleek Cornelis Corneliszoon van Veen de molenaar te zijn. Zijn weduwe gebruikte de molen nog in 1695, maar omstreeks 1700 kwam Hendrik Holierhoek Pleunzoon op de molen, in 1747 opgevolgd door Teunis van der Knijff. Daarna was Cornelis Kouwenhoven molenaar, vervolgens Jeremias Kouwenhoven, die de molen op 7 mei 1799 overdroeg aan Huybert Burgersdijk, een molenaarszoon uit s-Gravenzande.

Uit de oude verpondingsboeken blijkt dat de molen als belastingobject ook belangrijk was.
In 1610 werd de molen aangeslagen voor 63 gulden en 5 stuivers, naar huidige maatstaven een flink bedrag; in 1622 was dit 83 gulden en 4 stuivers. Enkele jaren later werd het bedrag echter verlaagd tot 66 gulden, in 1635 werd dit zelfs 41 gulden en 10 stuivers. De Gouden Eeuw was voor de Monsterse molenaar weer niet zo'n gouden periode. In 1695 werd de molen weer aangeslagen voor 91 gulden en 10 stuivers.

Met de Monsterse economie ging het toen weer wat beter, met name door de opkomst van de tuinbouw en doordat de ontvolking tot staan was gebracht. De huidige molen werd in 1882 gebouwd, toen de houten molen door brand werd verwoest.