Serc

Windlust voorganger

Naam/AanduidingWindlust voorganger
LiggingHeulweg 8
Kadaster 1811-1832Wateringen C (1) 447
Mensje van der Juijst, bakkerin, weduwe Huybregt Persoon
Locatie RD X 78477 Y 448860
N 52.022803 O 4.272279
PlaatsWateringen
GemeenteWestland
StreekWestland
ProvincieZuid-Holland
Bouwjaar1561 <
Verdwenen1869 afgebroken
TypeWipstellingmolen
AandrijvingWindmolen
Categorieverdwenen
FunctieKorenmolen

Als eerste korenmolen stond er een standerdmolen, later werd deze vervangen door een wipstellingmolen.

Antonij Huijghen Ruijchrock, geb. ca. 1600, korenmolenaar eerst in Wateringen en sedert ca. 1658 in Westerlee in het ambacht De Lier. 20 februari 1646 verklaring van Anthonij Huijgen Ruijchrock, korenmolenaar te Wateringen, ca. 46 jaren, en vervolgens op 28 maart 1656 een verklaring op verzoek van de gemene korenmolenaars van Rijnland, dat hij sedert de tijd dat hij zijn korenmolen heeft, altijd als maalloon van iedere zak tarwe van drie achtendeel Oversche maat heeft genoten vijf stuivers van de bakkers en zes van huislieden of andere ingezetenen (G.A.G., Not. Arch. 158, f. 196 resp. 429, f. 14). Deze akten tekende hij met een huismerk, bestaande uit een halve cirkel met de opening naar onder met een loodlijn uit het midden.

Antonij Huijghen Ruijchrock kocht op 7 mei 1659 een windkorenmolen en een huis op Westerlee in het ambacht van De Lier van Cornelis Jacobsz. Edelman, hij volgde mede de Molewerff met de vrije wind en wat daar aan kleeft met vier dichte zeilen, handbomen, billen en ander gereedschap voor ƒ 4400,=, in mindering daarvan nam de koper tot zijn last ƒ 1200,= hypotheek op molen en huis, te weten ƒ 600,= op de vrouwe van de Lyer en ƒ 600,= op Ariaentje van Roon wed. Hij betaalde gedeeltelijk met een kustingbrief. Op dezelfde dag kocht hij van Geertje Jans, weduwe van Engel Jans een huis te Westerlee. Op 6 juni 1662 verkocht Anthonij Huijgen Ruijchrock aan Mees Meesen Hoochtwech een windkorenmolen, en twee huizen en erven, in het ambacht De Lyer op Westerlee.
-----

De molen was in ieder geval al in 1561 aanwezig. De molen komt dan voor in de belastingregisters van de tiende penning.
Er bestaat een afbeelding van de molen in Wateringen,gesneden in been of ivoor. Hierop is een Wipmolen uitgesneden, er is echter geen enkele aanwijzing dat er een wipkorenmolen is geweest.
De molen is niet in 1822 verbrand, maar in 1869 liet Cornelis Persoon de houten molen afbreken afgebroken en door de stellingmolen vervangen.

In 1801 is onderstaande in been of ivoor uitgesneden afbeelding van een wipkorenmolen gemaakt, die de korenmolen van Wateringen moet uitbeelden. De naam van de Wateringse notaris Denick Patijn komt erop voor, dus hij zal dit kunstwerkje hebben laten maken.
Desondanks is het onzeker of de molen een wipmolen is geweest, aangezien hij in geen enkele akte als zodanig wordt vermeld.

Bron: De korenmolen (Windlust in 1869) in Wateringen, Aart Struijk. Historisch Jaarboek Westland 24, 2011, pag. 101-118.