Serc

Veiling Kwintsheul

De Laatste zelfstandige veiling
Veiling Kwintsheul fuseerde in 1974

Kwintsheul -

Hier en daar in het Westland staan ze nog steeds. Als trotse, stille getuigen vaneen roemrijk verleden. De voormalige veilinggebouwen. Soms nog duidelijk als zodanig herkenbaar, soms grondig verbouwd voor een heel nieuwe bestemming. Ze herinneren de Westlander eraan dat er ooit sprake was van twaalf groenteveilingen en twee bloemenveilingen. Stammend uit een periode van individuele groei, uitmondend in een door de Bond (van) Westland(se veilingen) in de jaren zestig sterk gestimuleerde groei naar el kaar.

De veiling die het langst zelfstandig bleef, is die van Kwintsheul. Het nog goed als veiling te herkennen gebouw is nu onder meer in gebruik als opslagplaats voor glas, dus nog altijd verbonden aan de 'Glazen Stad'. Als een herinnering aan het feit dat de veiling zich twintig jaar geleden ten langen leste, maar zeker niet voetstoots, gewonnen gaf voor aansluiting bij de toen zeven jaar bestaande fusieveiling Westland Noord in Poeldijk. Merkwaardig genoeg werd de eerste ledenvergadering van deze door vier veilingen opgerichte mammoetveiling (Loosduinen, Honselersdijk, Poeldijk en Wateringen) ver buiten het gebied, namelijk in 's-Gravenzande gehouden in de gebouw De Brug. Dat was op de eerste juni 1967.

Eigenlijk zouden daar, zo redeneren we nu, ook de leden van veiling Kwintsheul bij hebben moeten zitten. Maar niets is minder waar. Zij ontbraken geheel op deze historische bijeenkomst. Dat kwam niet omdat Kwintsheul niet voor samenwerking was. Alleen had men slechts voorkeur voor samengaan met veiling Wateringen. Maar die had intussen gekozen voor Loosduinen, Poeldijk en Honselersdijk. Dat hadden de meer dan tweehonderd tuinders kort tevoren in Kwintsheul nog duidelijk door hun voorman G .A. van Marrewijk horen zeggen. "De veiling mag dan zestig jaar bestaan", zei deze toen, "er is allerminst aanleiding om dat te vieren. De tijden zijn immers niet onverdeeld gunstig en er is ook onrust in het Westland gekomen. Door aantasting van de eenheid".

Die was volgens hem verloren gegaan omdat buiten de veiling Kwintsheul om de fusievoorstellen van vier aangrenzende veilingen waren aanvaard en dat "slechts het werkterrein aan onze zijde is aan ons gelaten. De gevolgen van een en ander zijn nog niet te overzien". Kwintsheul stond buitenspel. Van Marrewijk vond dat de Heul zich dat niet moest aantrekken. Hij meende dat de 'eigen veiling nu en in de toekomst gunstig voor de aan- en afvoer lag'; Maar hij vond ook 'dat dit nog niet wilde zeggen dat Kwintsheul tevreden kon zijn met de positie waarin zij thans is gedrongen'. Prompt daarop werd zelfs een plan aangenomen tot uitbreiding van de Heulse veiling, tot demping van de sloot achter de veiling, tot vergroting van de fustloods en tot bouw van nieuwe loodsen.

Harde woorden
Toch vielen er nog harde woorden in deze vergadering. Voor- en tegenstanders van een fusie met veiling Westland N oord gingen op de barricaden. Het waren beslist niet de laatste woorden, die over een samengaan met Noord werden gesproken. Zeven jaar later kwam met steun van de Bond Westland - die destijds een grote rol bij de veilingfusies speelde - een nieuw voorstel ter tafel om ook Kwintsheul bij de fusieveiling Westland Noord te betrekken. In vergelijking met 1967 was er veel veranderd. De handel concentreerde zich sterk, het aantal veilingen kromp drastisch in. Zo drastisch dat Kwintsheul overbleef als de enige en kleinste veiling van het Westland. De toekomst zag er zo weinig florissant uit, dat de leden eind 1973 instemden met een voorzichtig bestuursvoorstel om zo ' spoedig mogelijk 'de toekomst van de veiling veilig te stellen'. Als Kwintsheul in het voorjaar van 1974 zou instemmen met de fusie, dan zou Westland Noord' de belangrijkste veiling van kasprodukten in Nederland' worden, zo werd de tuinders voorgespiegeld. Zij zou zelfs voor tomaten, paprika, druiven, glasbloemkool, glasandijvie en glasspinazie onder de Nederlandse veilingen de eerste plaats innemen. Met bovendien een totale omzet van meer dan 150 miljoen gulden.

Tegen alle verwachting in bleken echter op 9 april 1974 deze mooie woorden weinig effect te sorteren op het stemgedrag van de aanwezige tuinders. Weliswaar stemden er 133 voor de fusie, maar er waren er altijd nog 73 tegen en veertien stemden blanco. Volgens de statuten kwam men voor een meerderheid vier stemmen tekort. Hoewel de inmiddels tot erevoorzitter benoemde G. A. van Marrewijk in die fusievergadering nog beweerde dat hij het , ondemocratisch zou vinden als er leden zouden zijn, die een nieuwe vergadering zouden eisen', trokken dezen zich daar niets van aan. Ze wilden hoe dan ook voorkomen dat de veiling Kwintsheu1 zou doodbloeden en de kansen voor de leden om zich alsnog uit te spreken voor fusie met Westland Noord voorbij zouden gaan.

Reden voor de Bond Westland om nog eens extra te hameren op de noodzaak van deze fusie, waarvoor op 29 april 1974 'een nieuwe beslissing zou moeten worden genomen. "Holt veiling Kwintsheul naar liquidatie of tonen leden (alsnog) visie door fusie?", kopte dagblad Het Binnenhof kort voor deze vergadering, kennelijk om de veilingleden te prikkelen.

Karakter
"Hoewel iedere Westlander weet, dat het dorp Kwintsheul een leefgemeenschap is met een heel eigen karakter, die uniek is in deze streek - elke actie wordt er een groot succes, iedereen kent elkaar en staat voor elkaar klaar - toch heeft het velen verbaasd dat men er niet als één man achter de fusie van de veilingvereniging Kwintsheul met de veiling Westland Noord is gaan staan' " zo lazen tal van veilingleden. "Het afketsen van een fusie tussen de twee Westlandse veilingen heeft duidelijk naar buiten gebracht dat men het toch niet in alle opzichten met elkaar eens is in Kwintsheul, hetgeen een groot aantal tuinders in een moeilijke situatie heeft gebracht".

In tuinbouwkringen ging men er echter van uit, dat als er een nieuwe vergadering zou worden uitgeschreven vele tegenstemmers spijt van zouden hebben gekregen dat het zo was gelopen. "Het zou allemaal anders liggen als de fusie met 133 tegen en 73 voor was verworpen", werd gezegd. Maandagavond de 2ge april 1974 ging zo de geschiedenis in als de dag, waarop de, Heulenaren eieren voor hun geld kozen. Het verschil in uitslag van de stemming was zelfs zo groot, dat al voor het begin van de officiële telling er een donderend applaus' weerklonk. Immers 277 leden stemden voor, 38 waren tegen en maar 3 stemden blanco. Zo kwam de veilingklok in Kwintsheul abrupt tot stilstand, al werd de veiling nog tot het najaar van 1974 als aanvoerpunt gebruikt. Daarna werd het gebouw afgestoten. Al werd - toen al! - meteen bepaald, dat milieu verontreinigende of arbeidsintensieve industrieën zich niet op het terrein van de veiling Kwintsheul zouden mogen vestigen.

Met dank aan L.W. Koppenol